Terug
Gepubliceerd op 22/12/2021

Besluit  OCMW-raad

ma 20/12/2021 - 20:00

Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het OCMW: vaststellen.

Aanwezig: Myriam Debergh, Voorzitter van de Raad voor maatschappelijk welzijn
Rita Demare, Burgemeester
Frederik Sap, Rik Vanwildemeersch, Julie Misplon, Schepenen
Dimitri Carpentier, Toegevoegd schepen (Voorzitter BCSD)
Gabriel Deruyter, Lies Colpaert, Tomas De Meyer, Kristof Pillaert, Jan Lokere, Arne De Brabandere, Liesbet Casteleyn, Lode Vandenbussche, Frederik Demeyere, Els Werbrouck, Stien Gevaert, Johan Vanneste, Pascal Maes, Chiron Potié, Sandra Meersseman, OCMW-raadsleden
Filip Van Eeckhout, Adjunct-algemeen directeur
Rik Dekens, Algemeen directeur

Gevraagd wordt de meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025: boekjaren 2021 en 2022 van het OCMW, bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht (M2) en het overzicht van de kredieten (M3) vast te stellen.

Beslissing: goedgekeurd met 13 ja-stemmen (CD&V-fractie, fractie Allen 8830), 8 neen-stemmen (fractie Groep 21)

Aanleiding

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW vast.

Regelgeving

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 249 tot en met 256 en de artikelen 273 en 274;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op de Omzendbrief KB/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;

Feiten en context

Gelet op het gunstig advies van het managementteam van 29 november 2021;

Overwegende dat het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 oplossingen aanreikt om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.

Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Omdat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financiële evenwicht voor die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.

Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.

Het vroegere jaarlijkse budget is sedert boekjaar 2020 geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die het bestuur in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.

De vaststelling van de meerjarenplanaanpassing behoort tot de voorbehouden bevoegdheden van de raad.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.

Het ontwerp van de meerjarenplanaanpassing bevat volgende documenten:

  • Strategische nota
  • Financiële nota
    • Het financiële doelstellingenplan (M1);
    • De staat van het financieel evenwicht (M2);
    • Het overzicht van de kredieten (M3).
  • Toelichting
    • Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
    • Het overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
    • Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
    • Het overzicht van de financiële schulden (T4);
    • Het overzicht van de financiële risico's
    • Het overzicht van de grondslagen en assumpties;
    • Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is;
Besluit

met 13 ja-stemmen (CD&V-fractie, fractie Allen 8830), 8 neen-stemmen (fractie Groep 21)

Art. 1: De meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025: boekjaren 2021 en 2022 bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) worden vastgesteld.

Art. 2: De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2021 en 2022 (M3) worden vastgesteld.

Art. 3: Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: ‑331.797,26 euro.

Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 2.111.912,68 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 1.780.115,42 euro.

Er zijn geconsolideerd 729.012 euro onbeschikbare gelden.

Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 1.051.103,42 euro.

De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 809.730,74 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: 1.176.707 euro.