Voorgesteld wordt het belastingreglement op de frituurkramen, kramen voor verkoop van kip aan ’t spit en kermisinrichtingen voor het aanslagjaar 2025 goed te keuren.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
Gelet op artikel 170§4 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten;
Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2019 waarbij voor het aanslagjaar 2020 tot en met 2024 een jaarlijkse belasting wordt geheven ten laste van de personen die frituurkramen plaatsen op het openbaar domein alsmede op het privaat domein, alsook ten laste van personen die kermisinrichtingen of kramen voor verkoop van kip aan ’t spit opstellen op het openbaar domein, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Gelet op de Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van de Vlaamse Regering van 15/2/2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Overwegende dat de belastingtarieven dienen bestendigd te worden gelet op de voorziene ontvangsten in de 4de aanpassing van het meerjarenplan zoals goedgekeurd in december 2023;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;
éénparig
Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2025 ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een jaarlijkse belasting geheven ten laste van de personen die frituurkramen plaatsen op het openbaar domein alsmede op het privaat domein, alsook ten laste van personen die kermisinrichtingen of kramen voor verkoop van kip aan ’t spit opstellen op het openbaar domein.
Art. 2: De belasting wordt vastgesteld in verhouding tot de belangrijkheid van de inrichtingen en kermissen.
Art. 3: Voor wat betreft het plaatsen van frituurkramen wordt de belasting vastgesteld als volgt:
a) Op openbaar domein:
- Centrum “Hooglede”: 2500 € per jaar
- Centrum “Hooglede-Gits” en Bruggesteenweg: 2000 € per jaar
- Centrum parochie “Kristus-Koning”: 1500 € per jaar
- Centrum parochie “Sint-Jozef”: 1500 € per jaar
b) Op privaat domein:
- een forfaitair bedrag van 750 € voor de gevallen voorzien onder a).
Art. 4: Voor het opstellen van kramen voor verkoop van kip aan ’t spit wordt de belasting vastgesteld als volgt:
- op openbaar domein: 500 € per jaar.
Art. 5: voor het opstellen van kermisinrichtingen wordt de belasting vastgesteld als volgt:
Op openbaar domein:
- Autoscooters, rupsmolens, luna-parken, en dergelijke 125 € per kermis
- Frituurkramen, gebakkramen en dergelijke 75 € per kermis
- Kindermolens, paardenmolens, zwiermolens, visspelen,
- schommels, schietkramen en dergelijke: 50 € per kermis
- Confiseriewagens, suiker- en speelgoedkramen en dergelijke: 50 € per kermis
- Viskramen, voedingskramen en dergelijke: 15 € per kermis
Art. 6: De belasting is verschuldigd door de uitbaters van de frituurkramen, de kramen voor verkoop van kip aan ’t spit en de kermisinrichtingen, terwijl de eigenaars solidair de belasting verschuldigd zijn.
Het bedrag van de belasting dient door de belastingschuldige telkens geconsigneerd in handen van de financieel directeur voor de standplaats wordt ingenomen.
Art. 7: Voor het gebruik van de openbare weg, naar aanleiding van bepaalde manifestaties en feestelijkheden en voor de duur ervan worden de standgelden als volgt vastgesteld:
1) Autoscooters, rupsmolens, luna-parken, en dergelijke 125 €
2) Frituurkramen, gebakkramen en dergelijke 75 €
3) Kindermolens, paardenmolens, zwiermolens, visspelen, schommels, schietkramen en dergelijke: 50 €
4) Confiseriewagens, suiker- en speelgoedkramen en dergelijke: 50 €
5) Viskramen, voedingskramen en dergelijke: 15 €
Voor andere verkoopskramen dan vermeld onder punt 1 tot 5 hierboven met een maximum van 5 m voorgevellengte en 3 m diepte wordt het standgeld vastgesteld op 4 euro.
Voor het gebruik van het openbaar domein is een vergunning vereist, die wordt afgeleverd door het Schepencollege. Het College kan gebeurlijk ook de dagen en uren voor het gebruik van de plaats vaststellen.
In geval van noodwendigheid kan het Schepencollege de toegekende standplaats wijzigen of verplaatsen zonder dat enig recht tot schadevergoeding of terugbetaling kan ingeroepen worden.
Er wordt geen teruggave gedaan van gekweten standgeld, zelfs wanneer de betrokken uitbaters of kramers in de loop van het tijdperk ophouden hun standplaats te bezetten, behoudens in geval van heirkracht of buitengewone omstandigheden door het Schepencollege te beoordelen. Tegen deze beslissing kan geen verhaal worden ingesteld.
Art. 8: De belasting wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebrek aan onmiddellijke betaling wordt de belasting ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Art. 9: Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Art. 10: Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving aan de heer Provinciegouverneur voorgelegd.