Voorgesteld wordt het reglement op de directe belasting op de aanplakborden goed te keuren voor het aanslagjaar 2025.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
Gelet op artikel 170§4 van de Grondwet;
Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2019 waarbij voor een termijn eindigend op 31.12.2024, een belasting wordt geheven op de borden, geplaatst op het grondgebied van de gemeente langs de openbare weg of op een plaats in de openlucht, zichtbaar vanaf de openbare weg en bestemd voor het voeren van reclame, zoals gewijzigd tot op heden;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Gelet op de Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van de Vlaamse Regering van 15/2/2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat de belastingtarieven dienen bestendigd te worden gelet op de voorziene ontvangsten in de 4de aanpassing van het meerjarenplan zoals goedgekeurd in december 2023;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;
Op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen;
éénparig
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2025 wordt een directe belasting geheven op de borden, geplaatst op het grondgebied van de gemeente langs de openbare weg of op een plaats in de open lucht, zichtbaar vanaf de openbare weg en bestemd voor het voeren van reclame.
Onder aanplakbord wordt verstaan: iedere constructie, ongeacht uit welk materiaal deze vervaardigd is, opgericht voor het aanbrengen van reclame, hetzij door beplakking of vasthechting op een andere wijze, hetzij door beschildering, met een minimum oppervlakte van één m².
Worden gelijkgesteld met genoemde borden: de muren of gedeelten van muren, afsluitingen, die in huur of in gebruik worden genomen met het oog op het aanbrengen van reclame.
Voor de muren of gedeelten van muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte worden beschouwd als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen.
Art. 2: Wordt als belastingplichtige aangesproken: de natuurlijke of de rechtspersoon, die de beschikking (vrij gebruik) heeft over het aanplakbord: is deze niet bekend, de eigenaar van de grond waarop het bord is geplaatst of de eigenaar van de muur of de afsluiting waarop de reclame is aangebracht.
Art. 3: Het jaarlijkse bedrag van de belasting wordt bepaald per bord en vastgesteld op 100 € per m². De gedeelten van m² worden proportioneel tegen dezelfde aanslagvoet belast.
Voor een bord wordt als belastbare oppervlakte, de nuttige oppervlakte in aanmerking genomen, zijnde de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting.
Voor muren en afsluitingen beperkt de belastbare oppervlakte zich tot het beschilderde of beplakte gedeelte ervan, of tot de oppervlakte die bekomen wordt door een rechthoek gevormd door de uiterste punten.
Voor constructies waarvan twee of meerdere zijden zichtbaar zijn, dient de oppervlakte van deze zijden samengeteld.
Art. 4: De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het begrotingsjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst, met uitzondering van hetgeen is bepaald in het navolgend artikel 5.
Art 5: De belasting is niet verschuldigd voor:
a) de borden die worden geplaatst na 1 december van het begrotingsjaar.
b) de borden die uitsluitend voorbehouden zijn voor een openbare dienst of voor een werk of organisme zonder winstoogmerk van menslievende, artistieke, letterkundige, wetenschappelijke aard of van openbaar nut;
c) de borden bestemd voor het aanbrengen van aanplakkingen, die onderworpen zijn aan de gemeentelijke aanplakkingsrechten;
d) de borden, alhoewel zichtbaar vanop de openbare weg, geplaatst op sportterreinen, en gericht naar de plaats van de sportbeoefening;
e) de borden, die uitsluitend gebruikt worden op een bepaalde plaats om aan het publiek de handel of de nijverheid te doen kennen die daar uitgebaat wordt, de merken van de producten die daar verkocht of vervaardigd worden, het beroep dat er uitgeoefend wordt en, in het algemeen, de activiteiten die er plaats hebben;
f) de borden, geplaatst door of in samenwerking met de gemeente;
g) de borden, occasioneel geplaatst langs de openbare weg;
h) de borden, die enkel en alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen.
Art. 6: De telling van de belastbare elementen wordt gedaan door de beambten van het gemeentebestuur. Elke afschaffing of wijziging van de belastbare installaties moet door de eigenaar of de houder van het bord binnen de vijftien dagen aan het gemeentebestuur betekend worden.
De belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 30 november van het aanslagjaar een schriftelijke aangifte indienen voorzien van de noodzakelijke bewijsstukken, bij het gemeentebestuur (Dienst Financiën – marktplaats 1 te Hooglede). Dit gebeurt op een door het gemeentebestuur voorgeschreven formulier. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier gekregen heeft, moet spontaan dit formulier vragen aan de bevoegde administratie (Dienst Financiën, Marktplaats 1 te Hooglede).
Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. De aangifte is laattijdig wanneer ze na de uiterste indieningsdatum is gepost of wanneer ze na de laatste nuttige dag wordt afgegeven tegen ontvangstbewijs.
De administratie kan aan de belastingplichtige een “voorstel van aangifte” bezorgen. De titel van dit document omschrijft duidelijk dat het om een “voorstel van aangifte” gaat. Als de gegevens op dit “voorstel van aangifte” onjuist of onvolledig zijn, moet de belastingplichtige ten laatste op 30 november van het aanslagjaar dit “voorstel van aangifte” verbeterd, vervolledigd en ondertekend terugsturen. Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dat geval als aangifte.
Als de gegevens op dit “voorstel van aangifte” correct zijn, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier tegen 30 november terug te sturen. In dat geval is automatisch aan de aangifteplicht voldaan en wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens vermeld op het toegestuurde “voorstel van aangifte”.
Art. 7: De belasting wordt ingekohierd op naam van de natuurlijke of rechtspersoon die de beschikking heeft over het aanplakbord. In geval de belasting dient ingevorderd te worden ten overstaan van de eigenaar van de grond waarop het bord is geplaatst of van de eigenaar van de muur of de afsluiting waarop de reclame is aangebracht, kan dit gebeuren krachtens hetzelfde kohier, mits aflevering van een nieuw aanslagbiljet op naam van de persoon die verantwoordelijk kan worden gesteld voor de betaling van de belasting.
Art. 8: Bij gebreke van een aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige, of onnauwkeurige aangifte, kan de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd brengt het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat daartoe is aangesteld de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.
Ambtshalve belastingen kunnen geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Die termijn van drie jaar wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.
Art. 9: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.
Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Art. 10: De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Art. 11: Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Art. 12: Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving aan de heer Provinciegouverneur voorgelegd.