Gevraagd wordt om het verslag van de vorige zitting goed te keuren.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
Gelet op artikel 74 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het verslag van de vorige zitting in bijlage;
éénparig
Het verslag van de vorige zitting wordt goedgekeurd.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de 6 aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW vast.
De kredieten van het OCMW voor boekjaar 2025 (Schema M3) worden vastgesteld.
De geconsolideerde resultaten worden als volgt vastgesteld:
Beslissing: éénparig goedgekeurd
Schepen Tomas De Meyer licht het agendapunt toe.
“In deze aanpassing worden enkel de kredieten van het lopende boekjaar - 2025 - vastgesteld. De vaststelling van de kredieten voor 2026 gebeurt met de vaststelling van het initieel meerjarenplan 2026-2031. Ter gelegenheid van deze meerjarenplanaanpassing werden eveneens de ramingen van boekjaren 2026 en 2027 jaren bijgestuurd in geval van belangrijke inhoudelijke wijzigingen.
De staat van het financieel evenwicht, het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden moeten altijd de financiële consequenties voor ten minste 3 toekomstige boekjaren beschrijven.
Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het verslag van de gemeenteraad.”
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW vast.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 249 tot en met 256 en de artikelen 273 en 274;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op de Omzendbrief KB/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op het gunstig advies van het managementteam van 22 mei 2025;
Overwegende dat het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 oplossingen aanreikt om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld;
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Omdat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financiële evenwicht voor die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
Het vroegere jaarlijkse budget is voortaan geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die het bestuur in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.
De vaststelling van het meerjarenplanaanpassing behoort tot de voorbehouden bevoegdheden van de raad.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Het ontwerp van de meerjarenplanaanpassing bevat volgende documenten:
éénparig
Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de 6e aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW vast.
Art. 2: De kredieten van het OCMW voor boekjaren 2025 (Schema M3) worden vastgesteld.
Art. 3: De geconsolideerde resultaten worden als volgt vastgesteld:
Het rapport organisatiebeheersing over het jaar 2024 wordt goedgekeurd.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
Gelet op artikel 171 §1 van het decreet over het lokaal bestuur dat bepaalt dat de algemeen directeur instaat voor het organisatiebeheersingssysteem, overeenkomstig artikel 217 tot en met 220 van het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op artikel 219 van het decreet over het lokaal bestuur dat bepaalt dat het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam;
Overwegende dat het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn onderworpen zijn aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing;
Overwegende dat die rapportering jaarlijks gebeurt uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgend jaar;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 januari 2024 waarbij het charter organisatiebeheersing van het gemeente- en OCMW-bestuur van Hooglede wordt goedgekeurd met beschrijving van het kader voor de aanpak van organisatiebeheersing;
Gelet op het rapport organisatiebeheersing over het jaar 2024 zoals opgenomen in bijlage;
Gelet op de vaststelling door het managementteam in zitting van 22 mei 2025 van het rapport organisatiebeheersing over het jaar 2024;
Gelet op de kennisname door het vast bureau in zitting van 4 juni 2025 van het rapport organisatiebeheersing over het jaar 2024;
éénparig
Enig artikel: Het rapport organisatiebeheersing over het jaar 2024 wordt goedgekeurd.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de klachtenrapportering over het jaar 2024.
Kennisname: éénparig
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder Titel 6 – Hoofdstuk 1: Klachtenbehandeling;
Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement een systeem van klachtenbehandeling dient te organiseren;
Overwegende dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert aan de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend tegen het OCMW;
Gelet op het klachtenreglement zoals goedgekeurd in de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 maart 2024;
Overwegende dat een klacht een uiting is van onvrede of ongenoegen met een behandeling die door de gebruiker van de dienstverlening van het lokaal bestuur Hooglede als onjuist wordt ervaren of wanneer een afspraak niet wordt nagekomen;
Overwegende dat voor klachten die onmiddellijk oplosbaar zijn, de klachtenprocedure niet in gang wordt gezet;
Gelet op het overzicht in bijlage van de ontvangen klachten, met vermelding van datum van ontvangst, onderwerp en omschrijving van de klacht en de manier waarop de klacht werd behandeld;
éénparig
Enig artikel: De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de klachtenrapportering over het jaar 2024.
Er wordt kennis genomen van het rapport 'Thema-audit Toekomstbestendige HR-aanpak' en het rapport 'Beoordeling aanpak organisatiebeheersing'.
Kennisname: éénparig
Schepen Tomas De Meyer verstrekt de toelichting bij het agendapunt: “Het gaat om een audit uitgevoerd door Audit Vlaanderen in de periode december 2024 -januari 2025 waarin het HR-beleid onder de loep genomen werd en waaraan de stakeholders van het HR-beleid hebben aan meegewerkt in het kader van een pilootproject.”
Gelet op de artikel 221 tot en met 224 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op artikel III.115 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018:
Gelet op artikel 221 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt: Audit Vlaanderen bezorgt de verslagen van de audits aan de voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn, die ze bezorgt aan de leden van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het rapport 'Thema-audit Toekomstbestendige HR-aanpak' (auditopdracht 2406 034) en het rapport 'Beoordeling aanpak organisatiebeheersing' (auditopdracht 2406 034-OB) zoals opgenomen in bijlage;
éénparig
Enig artikel: Er wordt kennis genomen van het rapport 'Thema-audit Toekomstbestendige HR-aanpak' en het rapport 'Beoordeling aanpak organisatiebeheersing'.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit, goed.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
Schepen Tomas De Meyer: “Het Rechtspositiebesluit van 20 januari 2023 van de Vlaamse Regering legt de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van personeel lokale besturen vast: meer ruimte voor lokale besturen, maar tegelijk duidelijke standaarden om willekeur of ongelijkheid te voorkomen. Onze rechtspositieregeling wordt hierbij aan dit besluit aangepast.”
Gelet op artikel 171 §4, 2° van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat de algemeen directeur in overleg met het managementteam zorgt voor de opmaak van het voorontwerp van de rechtspositieregeling van het personeel;
Gelet op artikel 186, §2, §3 en §4 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt:
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;
Gelet op de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 18 april 2017 en wijzigende raadsbeslissingen;
Overwegende dat op 20 januari 2023 het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen werd goedgekeurd;
Overwegende dat dit nieuwe rechtspositiebesluit geen onmiddellijke wijziging aan de rechtspositieregeling opdringt: met andere woorden dat de huidige rechtspositieregelingen binnen het bestuur blijven gelden, zelfs als ze ingaan tegen de bepalingen in het nieuwe rechtspositiebesluit, maar dat, zodra het bestuur wijzigingen aanbrengt aan de rechtspositieregeling, deze wel conform het nieuwe rechtspositiebesluit dienen te zijn;
Overwegende dat met het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 de lokale besturen een grotere mate van autonomie krijgen bij de opmaak van de lokale rechtspositieregeling;
Gelet op het voorstel tot wijziging van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, zoals gevoegd in bijlage;
Gelet op de besprekingen in het managementteam van 22 mei 2025;
Gelet op het syndicaal overleg op 3 juni 2025 waarin volgende opmerkingen werden besproken:
Gelet op het protocol en de notulen van de vergadering van het Bijzonder Onderhandelingscomité van 3 juni 2025;
Gelet op de nietigverklaring van het ontslagdecreet door het grondwettelijk hof op donderdag 5 juni 2025;
Overwegende dat bij de voorliggende aanpassing van de rechtspositieregeling wijzigingen voorgesteld worden op basis van het nietig verklaarde ontslagdecreet;
Overwegende dat, omwille van de nietigverklaring van het ontslagdecreet, alle verwijzingen naar dit ontslagdecreet niet meer van toepassing zijn en bijgevolg dienen aangepast naar de situatie voor 16 juni 2023 (invoering decreet door de Vlaamse regering);
Overwegende dat deze wijzigingen op basis van het nietig verklaarde ontslagdecreet zullen verwijderd worden;
éénparig
Enig artikel: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit, goed.