Het gemeentelijk reglement op het toekennen van de titel van ere-raadslid wordt gewijzigd.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2010 tot vaststelling van het gemeentelijk reglement op het toekennen van de titel van ere-raadslid;
Overwegende dat het reglement door decretale wijzigingen en door het sedert 2019 verplicht oprichten van een Bijzonder Comité voor de sociale dienst aan herziening toe is;
Gelet op artikel 17 §4 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat de gemeenteraad aan de gemeenteraadsleden eretitels kan toekennen onder de voorwaarden die hij bepaalt;
Overwegende dat de regeling van de titel van ere-gemeenteraadslid aldus tot de gemeentelijke autonomie behoort;
Overwegende dat o.m. uit erkentelijkheid voor het sociaal engagement van de gemeenteraadsleden en als beloning voor een langdurige en eervolle loopbaan, de titel van ere-gemeenteraadslid dient ingesteld te worden;
éénparig
Enig artikel: Het gemeentelijk reglement op de toekenning van de titel van ere-gemeenteraadslid wordt als volgt gewijzigd:
Gemeentelijk reglement op het toekennen van een titel van ere-gemeenteraadslid
Artikel 1
De gemeenteraad van de gemeente Hooglede kan aan de gewezen gemeenteraadsleden van deze gemeente de machtiging verlenen om de titel van ere-gemeenteraadslid te dragen, op voorwaarde dat zij ten minste 15 jaar gezeteld hebben in de gemeenteraad van de gemeente Hooglede en zij van onberispelijk gedrag zijn geweest.
Buiten de jaren anciënniteit die de betrokken mandatarissen als gemeenteraadslid hebben verkregen, kunnen zij ook de jaren doen gelden dat zij, voor af na hun ambt, lid van de OCMW-raad of van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst zijn geweest.
De betrokken mandataris kan de machtiging krijgen om de titel van ere-gemeenteraadslid te dragen, op voorwaarde dat hij ten minste 7 jaar en 6 maand gezeteld heeft in de gemeenteraad en de totale duur van het mandaat in de gemeenteraad en OCMW-raad of Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst samen minstens 15 jaar bedraagt en dit voor zover zij van onberispelijk gedrag geweest zijn.
Artikel 2
Onder het begrip onberispelijk gedrag dient te worden verstaan het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling of zware tuchtstraf of het niet bestaan van andere erge onterende feitelijkheden.
Artikel 3
Voor het berekenen van de termijnen van 15 jaar wordt rekening gehouden met de tijdspanne tijdens welke de deputatie de gemeenteraadsverkiezingen hetzij heeft vernietigd overeenkomstig artikel 75 van de gemeentekieswet van 4 augustus 1932 ingeval de Raad van State die beslissing heeft teniet gedaan, hetzij heeft opgeschort overeenkomstig de wettelijke bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van de wet van 7 juli 1994 die de gemeentekieswet van 4 augustus 1932 wijzigt, of ingeval de Raad voor verkiezingsbetwistingen of de Controlecommissie voor verkiezingsuitgaven de gemeenteraadsverkiezingen heeft vernietigd, als de Raad van State die beslissing heeft tenietgedaan. Ook met de periode waarin de installatie niet kon plaats vinden omwille van een ongegrond gebleken klacht wordt rekening gehouden voor de berekening van de termijnen.
Artikel 4
Voor de berekening van de anciënniteit wordt de uitoefening van een ambt in een gemeente die later samengevoegd wordt met andere gemeenten of daaraan aangehecht, beschouwd als een ambt uitgeoefend in de gemeente die de samengevoegde of aangehechte gemeenten bevat.
Artikel 5
De aanvraag tot het bekomen van de eretitel kan uitgaan van:
Artikel 6
Het dossier dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad dient naast de aanvraag, tevens de vermelding te bevatten van de periodes tijdens dewelke de aanvrager deel uitmaakte van de gemeenteraad en/of OCMW-raad of van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst van de gemeente Hooglede, alsook een recent getuigschrift van goed zedelijk gedrag (mag niet zijn opgemaakt meer dan één maand voor de datum van indiening van het verzoek tot het bekomen van de eretitel).
Artikel 7
Het verzoek wordt uiterlijk binnen de 3 maanden na ontvangst aan de gemeenteraad voorgelegd.
Artikel 8
De eretitel van het ambt mag niet gevoerd worden:
Artikel 9
Aan de machtiging tot het voeren van de titel van ere-gemeenteraadslid zijn geen voordelen verbonden.
Artikel 10
Als na de toekenning van de eretitel de betrokkene een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat, kan de gemeenteraad de eretitel intrekken.