Voorzitter mevrouw Debergh opent de raadszitting om 20 uur.
Mevrouw Stien Gevaert vervoegt de vergadering bij de behandeling van het tweede agendapunt.
Er zijn geen opmerkingen op het verslag van vorige zitting.
Gevraagd wordt om de wijziging van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel goed te keuren.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
De toelichting wordt verzorgd door mevrouw Demaré die vermeldt dat reeds een algemene informatie aan de betrokken personeelsleden werd verstrekt.
De heer Kristof Pillaert merkt op dat er heel wat vacatures voor WZC Ter Linde openstaan en er een probleem is naar invulling en bezetting. Hij vraagt wat hier van aan is en of er een actieplan is om deze vacatures op te vullen.
De heer Carpentier antwoordt dat dit een probleem is dat zich in elk rusthuis stelt.
In een volgende zitting zal hij meer uitleg geven over de aanpak hiervoor.
Gelet op de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, zoals vastgesteld bij raadsbeslissing dd. 18/04/2017 en wijzigende raadsbeslissingen;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en wijzigende decreten;
Gelet op het VIA6-akkoord luik koopkracht publieke sector, afgesloten op 30 maart 2021;
Gelet op het akkoord dd. 24 november 2021, afgesloten tussen de Vlaamse Regering, de vakbonden en de werkgeversfederaties over de besteding van de onbenutte middelen kwaliteit van het jaar 2021 voor de publieke sector;
Gelet op de besprekingen in het managementteam dd. 31 januari 2022;
Gelet op het protocol en de notulen van de vergadering van het bijzonder onderhandelingscomité dd. 14/01/2022;
Gelet op het visum van de financieel directeur van 31 januari 2022;
éénparig
Artikel 1: De rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, zoals vastgesteld bij raadsbeslissing dd. 18/04/2017 en wijzigende raadsbeslissingen, wordt met ingang van 01/01/2022, gewijzigd als volgt:
§1 Artikel 64§1 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 64
§1 De schaalanciënniteit is de anciënniteit, verworven bij het bestuur in een bepaalde salarisschaal van de functionele loopbaan van een bepaalde graad. Ze neemt een aanvang op de datum van de aanstelling op proef in die graad. De anciënniteit wordt in principe opgebouwd in de eerste schaal van de functionele loopbaan.
De schaalanciënniteit is niet van toepassing op de personeelsleden die verloond worden volgens de IFIC-barema’s in toepassing van de functieclassificatie.
§2 In Hoofdstuk 8. De functionele loopbaan, wordt onder afdeling 1 – algemene bepalingen, onderstaande tekst opgenomen:
Hoofdstuk 8 is niet van toepassing op de personeelsleden die verloond worden volgens de IFIC-barema’s in toepassing van de functieclassificatie.
§3 Er wordt een artikel 71 bis ingevoegd, luidend als volgt:
Artikel 71 bis
§1 Voor de personeelsleden behorende tot beleidsitem 09530 (Woonzorgcentrum Ter Linde) en beleidsitem 09531 (dagverzorgingscentrum Ter Linde), worden er sectorale IFIC-functies toegewezen in toepassing van het protocol IFIC Vlaamse publieke sectoren dd. 30 maart 2021.
§2 De toewijsbare en geactiveerde IFIC-functies, van toepassing in de zorginstellingen van OCMW Hooglede, zijn vastgesteld in bijlage 6. Iedere functie heeft een unieke functiecode. Deze functiecodes stemmen overeen met een functiecategorie.
De toewijzing gebeurt op basis van de vergelijking van de inhoud van functies die de personeelsleden uitvoeren met de beschreven sectorale functies (IFIC-functiewijzer). Er wordt daarbij in principe geen rekening gehouden met graad of diploma of met een bestaand barema dat reeds van toepassing was op het personeelslid. Bij de toewijzing wordt er rekening gehouden met minstens 80% gelijkenis met het takenpakket.
§3 In geval het personeelslid meer dan één sectorale referentiefunctie uitoefent, kunnen er meerdere sectorale referentiefuncties worden toegewezen (max 3); in dat geval is er sprake van hybride functies (moet minstens 10% van de arbeidstijd uitmaken).
§4 Artikel 126 wordt vervangen als volgt:
Artikel 126
§1 De raad stelt het jaarsalaris van het personeel vast in salarisschalen, die bestaan uit:
1° een minimumsalaris;
2° de salaristrappen, die het resultaat zijn van de periodieke verhogingen;
3° een maximumsalaris.
§2 De personeelsleden behorende tot beleidsitem 0953-0 (Woonzorgcentrum Ter Linde) en beleidsitem 0954-0 (dagverzorgingscentrum Ter Linde), die in dienst zijn vanaf 01/01/2022 of die in overgangsregeling gekozen hebben voor de IFIC-classificatie, worden verloond volgens de IFIC-barema’s zoals bepaald in bijlage 5A.
§5 Er wordt een artikel 129bis ingevoegd, luidend als volgt:
Artikel 129 bis
Implementatie van de IFIC-barema’s:
§1 De personeelsleden behorende tot beleidsitem 0953-0 (Woonzorgcentrum Ter Linde) en beleidsitem 0954-0 (dagverzorgingscentrum Ter Linde), die in dienst zijn vanaf 01/01/2022 of die in *overgangsregeling gekozen hebben voor de hen toegewezen IFIC-classificatie of deze na de beroepsprocedure zijn toe gewezen, worden bezoldigd volgens de IFIC-barema’s overeenkomstig hun sectorale referentiefunctie en overeenkomstig hun geldelijke anciënniteit en mits dit IFIC-barema is geactiveerd.
*De overgangsregeling is enkel van toepassing op de personeelsleden, in dienst op 31/12/2021 en nog steeds in dienst op het scharniermoment op 07/04/2022.
§2 De personeelsleden die niet hebben gekozen om in de IFIC-barema’s in te stappen, behouden hun bestaande loonvoorwaarden met inbegrip van toekomstige verhogingen.
§3 De personeelsleden die een functie uitvoeren waarvan de baremieke categorie verhoogt in functie van de onderhoudsprocedure of voor wie een nieuwe sectorale referentiefunctie wordt gecreëerd of die door bevordering een nieuwe functie bekomen, krijgen een nieuwe kans om voor dit nieuwe IFIC-barema te kiezen, mits het geactiveerd wordt.
§6 Artikel 143 en artikel 144 worden geschrapt.
§7 Er wordt een artikel 145 bis ingevoegd, luidend als volgt:
Artikel 145 bis
De IFIC-barema’s
§1 De IFIC-barema’s, gelinkt aan de functieclassificatie, zijn vastgesteld in bijlage 5 bis.
De classificatie wordt jaarlijks geüpdatet (onderhoudsprocedure), het aantal referentiefuncties en hun categorieën kunnen dus evolueren.
Alle sectorale referentiefuncties, van toepassing in het OCMW van Hooglede, zijn vastgesteld in bijlage 6.
§2 In functiecategorie 14 wordt een gedifferentieerd IFIC-barema bepaald voor de sectorale referentiefuncties verpleegkundige als volgt:
- 14A voor verpleegkundigen met een bachelor diploma
- 14B voor verpleegkundigen met minder dan een bachelor diploma
§3 Toepassing voor nieuwe personeelsleden vanaf 01/01/2022
a) Een personeelslid dat vanaf 01/01/2022 in dienst treedt, krijgt onmiddellijk het IFIC-barema dat hoort bij de functiecategorie die hij/zij uitvoert, op voorwaarde dat het IFIC-barema voor deze functie (sectorale referentiefunctie) “geactiveerd” is. Indien het IFIC-barema voor zijn/haar functie niet geactiveerd is, op grond van de bepalingen in bijlage 2 van het protocol van 30/03/2021 dan wordt het personeelslid aangeworven tegen de bestaande loonvoorwaarden in de instelling voor de functie, inclusief toekomstige overeengekomen verhogingen.
b) In afwijking van punt a hebben verpleegkundigen die, door middel van een attest aantonen dat zij bij hun vorige werkgever (die zowel private als publieke werkgevers omvat) recht hadden op een premie voor bijzondere beroepstitel (BBT) of beroepsbekwaamheid (BBK)), en die bij de uitdiensttreding bij de vorige werkgever een verpleegkundige functie uitoefenden, bij hun indiensttreding als verpleegkundige de eenmalige keuze tussen een loon gebaseerd op de functiecategorie en het overeenkomstige IFIC-barema of een verloning overeenkomstig met het barema dat van toepassing was voor de functie voor implementatie van IFIC en met de voordelen die van toepassing zijn op het personeelslid met inbegrip van de voortzetting van het de voornoemde premie voor BBT of BBK.
§4 Overgangsbepalingen
a) De personeelsleden in dienst op 31/12/2021 die nog steeds in dienst zijn op 07/04/2022 moeten de mogelijkheid krijgen om te kiezen tussen de loonvoorwaarden die op hen van toepassing zijn op 31/12/2021 en de IFIC-barema’s. De vergelijking moet kunnen worden gemaakt tussen het startbarema en het IFIC-barema.
Onder startbarema wordt daarbij verstaan, het loonbarema vastgesteld per 01/07/2021 of op een datum gelegen tussen 01/07/2021 en 07/04/2022 indien er zich in deze periode een verandering van functie heeft voor gedaan, met inbegrip van de toekomstig overeengekomen verhogingen. Het startbarema omvat voor ieder anciënniteitsjaar de looncomponenten (functiecomplement en premie voor bijzondere beroepstitel en/of bijzondere beroepsbekwaamheid) waarop het personeelslid op dat moment recht heeft.
b) de keuze voor het IFIC-barema is onomkeerbaar.
Het personeelslid dat voor het IFIC-barema kiest, maar dat op het ogenblik van de keuze in een anciënniteitsjaar zit waarin het startbarema hoger is dan het IFIC-barema, behoudt zijn bestaande loonvoorwaarden, inclusief de overeengekomen toekomstige verhogingen, tot de maand waarin het IFIC-barema een hogere nominale waarde bereikt dan het startbarema, voor dezelfde arbeidstijd. Vanaf die maand zal hij/zij het IFIC-barema ontvangen. Deze vergelijking tussen het IFIC barema en het startbarema wordt gemaakt op basis van het maandloon.
Het functiecomplement en de premie voor bijzondere beroepstitel en/of bijzondere beroepsbekwaamheid zijn geïntegreerd in de IFIC-loonschalen.
§8 Er wordt een artikel 162 bis ingevoegd, luidend als volgt:
artikel 162 bis
De haard- en standplaatstoelage is niet geïntegreerd in de IFIC-barema’s.
§9 Er wordt een artikel 192 bis ingevoegd, luidend als volgt:
Artikel 192bis
Het functiecomplement voor hoofdverpleegkundigen is geïntegreerd in het IFIC-barema 17. (functieclassificatie 6320)
Voorgesteld wordt om de vrijgekomen lokalen in het Sociaal Huis te bestemmen voor het mamadepot, de fietsbib en de KLJ volgens indeling op de plannetjes in bijlage.
Beslissing: éénparig goedgekeurd
De heer Carpentier licht aan de hand van de plannetjes toe dat een tijdelijke herbestemming voor de vrijgekomen ruimten in het sociaal huis wordt voorzien met een locatie voor het mamadepot, de fietsbib en de KLJ.
De KLJ neemt eenzelfde invulling op de eerste verdieping zoals het mamadepot op het gelijkvloers.
De heer De Meyer vindt dit op zich toe te juichen maar vraagt naar een evaluatie van de fietsbib nu deze reeds een tijdje draait. Graag had hij het aantal gebruikers en verhuringen vernomen.
De heer Frederik Demeyere deelt mee dat er een jaarlijkse evaluatie is en hij de volgende raad de gegevens bezorgt.
De heer Pillaert vraagt wat begrepen wordt onder een tijdelijke herbestemming. Hij neemt aan dat de KLJ omwille van het probleem met de speel- en recreatiesite ook een plaats nodig heeft maar hij heeft vragen bij het tijdelijke en bij de kosten voor de inrichting. Zijn deze voor de gemeente of voor de KLJ? Hoe wordt dit praktisch aangepakt ?
De heer De Brabandere antwoordt dat reeds met de KLJ werd gesproken. Eventueel wordt met hulp van de gemeente een muur uitgebroken en wordt door de gemeente geholpen bij het verplaatsen van het materiaal maar er volgt nog een overleg met de KLJ.
De heer Pillaert stelt dat het nuttig is deze informatie te vernemen en vraagt om hen verder in te lichten.
Hij wijst evenwel ook op de andere jeugdbewegingen die wachten.
Met de chiromeisjes werd een half jaar terug een rondgang gemaakt waarvan een verslag werd opgesteld. Er was sprake van asbest in de betrokken lokalen maar er werd gesteld dat dit niet erg was en men er niet moest op kloppen maar er zijn twijfels hieromtrent.
Hoelang moeten zij daar nog blijven en wat met de werken die dienden te gebeuren? Hij vraagt een evaluatie te maken.
Ook de chirojongens deelden per brief een noodkreet mee. Er zijn problemen in verband met de kampwerking en de berging van materialen. Hij vraagt om definitief te beslissen en deze beslissingen dan ook uit te voeren.
Nu werd alleen met de KLJ samen gezeten, maar er wordt gevraagd dit ook met de andere jeugdbewegingen te doen en een concrete planning op te stellen met welke werken worden uitgevoerd, hoe dit zal gebeuren en binnen welke termijn.
De heer De Brabandere wijst op het nieuw gebouw dat nog moet in gebruik genomen worden. Niet alle verenigingen kunnen nu een andere huisvesting bekomen. De chirojongens zitten reeds enkele jaren in hun gebouw maar wel is er een probleem met berging van de sjorpalen waarvoor een berging wordt gevraagd.
Met de chiromeisjes wordt een datum voor een overleg gepland en dringende zaken worden aangepakt maar zij kunnen op vandaag geen andere huisvesting krijgen.
De heer Pillaert merkt op dat zijn dochter in de chiro zit en hij zo tussendoor opvangt dat er een slot kapot is, dat er een inbraak geweest is,…. . Hij vraagt meer duidelijkheid over wat voorzien wordt en tot welke grens, en wat ieder investeert. Een lange termijnplanning is niet aan hen besteed. Men vraagt een korte termijn- planning.
De heer De Brabandere bevestigt dat daarom ook een datum voor een overleg gepland wordt.
De heer Vanneste vraagt waar het vorig lokaal van de KLJ staat. Dit is nu in een container, maar geen zeecontainer, aan de site voor het nieuw recyclagepark.
Overwegende dat door de verhuis van de administratieve diensten van het Sociaal Huis naar het gemeentehuis de lokalen van de administratieve diensten in het Sociaal Huis vrij komen en het aangewezen is deze een invulling te geven;
Gelet op het voorstel van indeling in bijlage waarbij op het gelijkvloers van de administratieve vleugel een Mamadepot wordt voorzien, uit te werken in samenwerking met FERM;
Overwegende dat in het bijgebouw de fietsbib een plaats kan krijgen met een lokaal voor onthaal en administratie in de vleugel op het gelijkvloers;
Overwegende dat de eerste verdieping kan aangewend worden om een KLJ-lokaal te huisvesten met aparte ingang ;
Gelet op de plannetjes in bijlage ter verduidelijking;
Gelet op artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur;
éénparig
Enig artikel: De vrijgekomen lokalen in het Sociaal Huis te bestemmen voor het mamadepot, de fietsbib en de KLJ volgens indeling op de plannetjes in bijlage.