Besluit  OCMW-raad

Besluit

 

éénparig

Enig artikel:

De rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, zoals vastgesteld bij raadsbeslissing van 18 april 2017 en wijzigende raadsbeslissingen wordt gewijzigd als volgt:

§1 De vermelding ‘beleidsitem 0953-1 (dagverzorgingscentrum Ter Linde)’ wordt gewijzigd naar ‘beleidsitem ‘0954-0 (centrum voor dagverzorging Ter Linde)’;

§2 De vermelding ‘voorzitter van het OCMW’ wordt gewijzigd naar ‘het vast bureau’;

§3 De vermelding ‘in een federaal gefinancierde gezondheidsinstelling’ wordt geschrapt;

§4 ‘Titel 2. De personeelsformatie’ – ‘b) Indeling’, meer bepaald Artikel 5. wordt gewijzigd als volgt:

Per niveau worden de graden hiërarchisch gerangschikt in rangen. Elke rang wordt aangeduid met twee of drie letters. De hoofdletter geeft het niveau aan, de kleine letter situeert de rang in dat niveau. De rangen geven het relatieve gewicht van de betrekkingen binnen het niveau weer.

De in de personeelsformatie toepasselijke rangen zijn: 

Niveau A

Graad	Rang
1 basisgraad	Av

Niveau B

Graad	Rang
basisgraad	Bv
basisgraad van verpleegkundige en paramedicus	Bv
hogere graad	Bx
hogere graad van hoofdverpleegkundige	Bx

Niveau C

Graad	Rang
administratieve of technische basisgraad	Cv
basisgraad van zorgkundige in de ouderenzorg met diploma secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld	Cv
basisgraad van gebrevetteerd / gediplomeerd verpleegkundige	Cv
1 hogere graad	Cx

Niveau D

Graad	Rang
1 administratieve of technische basisgraad	Dv

Niveau E

Graad	Rang
1 basisgraad	Ev

 

§5 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 2. De aanwerving’ – ‘Afdeling 2. De aanwervingsprocedure’ – ‘b) Toelating tot de selectieprocedure’, meer bepaald artikel 15. §1 wordt als volgt gewijzigd:

§1 De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen en van de voorgelegde bewijzen, vermeld in artikel 14 §2, en beslist op basis hiervan welke kandidaten tot de selectieprocedure kunnen worden toegelaten. 

Op basis van die beoordeling wordt beslist welke kandidaten definitief tot de selectieprocedure worden toegelaten.

§6 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 2. De aanwerving’ – ‘Afdeling 2. De aanwervingsprocedure’ – ‘b) Toelating tot de selectieprocedure’, meer bepaald artikel 18. §1 wordt als volgt gewijzigd: 

§1 Een selectiecommissie die uitsluitend uit deskundigen bestaat, voert de selectie uit. De selectie wordt uitgevoerd op basis van selectiecriteria en met behulp van één of meer selectietechnieken. Ten minste een derde van de leden van de selectiecommissie zijn deskundigen die extern zijn aan het eigen bestuur.

De selectiecommissie wordt als volgt samengesteld:

Voor betrekkingen van niveau A:

-          1 selectiedeskundige met een kwalificatie in niveau A

-          2 ervaringsdeskundigen met een kwalificatie in niveau A

Voor betrekkingen van niveau B:

-          1 selectiedeskundige met een kwalificatie in niveau A

-          2 ervaringsdeskundigen met een kwalificatie, minstens in niveau B, waarvan minstens 1 met een leidinggevende functie bij een lokaal bestuur

Voor betrekkingen van niveau C:

-          1 selectiedeskundige met een kwalificatie in niveau A

-          2 ervaringsdeskundigen met een kwalificatie, minstens in niveau C, waarvan minstens 1 met een leidinggevende functie bij een lokaal bestuur

Voor betrekkingen van niveau D:

-          1 selectiedeskundige met een kwalificatie in niveau A

-          2 ervaringsdeskundigen met een kwalificatie, minstens in niveau D, met een leidinggevende functie bij een lokaal of provinciaal bestuur

Voor betrekkingen van niveau E:

-          3  ervaringsdeskundigen met een kwalificatie, minstens in niveau D, met een leidinggevende functie bij een lokaal of provinciaal bestuur

De aanstellende overheid wijst nominatief de selectiecommissie aan. Indien de gemeenteraad aanstellende overheid is, wordt de nominatieve samenstelling van de selectiecommissie bepaald door het vast bureau.

De aanstellende overheid kan, uitzonderlijk vanwege de specificiteit van de functies van dat minimum aantal externe commissieleden afwijken. In voorkomend geval motiveert de aanstellende overheid haar keuze om af te wijken van de algemene regel.

De gemeentesecretaris of een medewerker van de gemeente neemt het secretariaat van de selectiecommissie waar. De secretaris van de selectiecommissie is niet stemgerechtigd.

§7 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 2. De aanwerving’ – ‘Afdeling 3. De selectieprocedure’ – ‘c) De selectietechnieken’, meer bepaald artikel 21. wordt als volgt gewijzigd:

Indien de omvang van het aantal kandidaten (minimum 15 kandidaten) de organisatie van de selectie bemoeilijkt, kan de aanstellende overheid, na motivatie, beslissen om een preselectie te houden waarbij op een objectieve wijze de kandidaten worden vergeleken.

Volgende selectietechnieken kunnen daarvoor onder meer door de selectiecommissie worden toegepast:

-          onderzoek van CV en motivatiebrief op basis van objectieve criteria (motivatie-ervaring-opleiding);

-          meerkeuzetest gericht op het kennisniveau dat voor de functie vereist is;

§8 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 2. De aanwerving’ – ‘Afdeling 9. De indiensttreding’, meer bepaald artikel 38.§1 en §2 wordt als volgt gewijzigd:

§1 Behoudens voor wat betreft de decretale graden, legt het personeelslid de eed ‘ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen’ af in handen van de algemeen directeur in de loop van de eerste maand volgend op de in dienst treding. De algemeen directeur kan deze bevoegdheid delegeren aan een lid van de raad of aan de secretaris van het OCMW.

§2 De secretaris van het OCMW en de financieel beheerder van het OCMW, leggen voor ze hun ambt opnemen, tijdens een openbare vergadering van de raad, de eed ‘Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen’ af in handen van de algemeen directeur.

§9 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 8. De functionele loopbaan’ – ‘Afdeling 2. De functionele loopbanen per niveau’, meer bepaald artikel 69. wordt als volgt gewijzigd:

De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor niveau C:

Voor een graad van rang Cv:     

C1-C2-C3:

a)       Van C1 naar C2 na vier jaar schaalanciënniteit in C1 en geen ongunstig evaluatieresultaat;

b)       Van C2 naar C3 na achttien jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in C1 en C2 en geen ongunstig evaluatieresultaat;

C1-C2: voor de graad van zorgkundige

Van C1 naar C2 na vier jaar schaalanciënniteit in C1 en geen ongunstig evaluatieresultaat;

C3-C4: voor de gediplomeerd of gebrevetteerd verpleegkundige

Van C3 naar C4 na negen jaar schaalanciënniteit in C3 en geen ongunstig evaluatieresultaat;

Voor de graden van rang Cx:

C4-C5:

van C4 naar C5 na negen jaar schaalanciënniteit in C4 en geen ongunstig evaluatieresultaat;

§10 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 9. De bevordering’ – ‘Afdeling 1. Algemene bepalingen’ – ‘b) Toelating tot de selectieprocedure’, meer bepaald artikel 75. wordt als volgt gewijzigd:

De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen.

Alleen kandidaten die voldoen aan de bevorderingsvoorwaarden, worden toegelaten tot de selectieprocedure. Voor de aanvang van de selectieprocedure worden de kandidaten die niet tot de selectieprocedure zijn toegelaten,  schriftelijk op de hoogte gebracht van de weigering, met vermelding van de reden daarvoor.

§11 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 10. De vervulling van een vacature door interne personeelsmobiliteit’ – ‘Afdeling 1. Algemene bepalingen’ – ‘b) Toelating tot de selectieprocedure’, meer bepaald artikel 89. wordt als volgt gewijzigd:

De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen.

Alleen kandidaten die voldoen aan de voorwaarden, worden toegelaten tot de selectieprocedure. Voor de aanvang van de selectieprocedure worden de kandidaten die niet tot de selectieprocedure zijn toegelaten, schriftelijk op de hoogte gebracht van de weigering, met vermelding van de reden daarvoor.

§12 ‘Titel 3. De loopbaan’ - ‘Hoofdstuk 12. Externe personeelsmobiliteit tussen andere lokale overheden en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap’ – ‘a) Voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen’, meer bepaald artikel 99. wordt als volgt gewijzigd:

De volgende personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor deelname aan een procedure van externe personeelsmobiliteit:

1. de vast aangestelde statutaire personeelsleden in een gelijkwaardige graad;
2. de contractuele personeelsleden in een gelijkwaardige graad die bij de eigen overheid werden aangeworven na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.

Onder gelijkwaardige graad als vermeld in het eerste lid wordt verstaan:

1. voor personeelsleden uit de lokale en provinciale overheden, vermeld in artikel 21, eerste lid van het Besluit Externe personeelsmobiliteit dd. 20 mei 2011: een graad van hetzelfde niveau en van dezelfde rang in de hiërarchie van de graden waaraan dezelfde functionele loopbaan en salarisschalen verbonden zijn en met vergelijkbare voorwaarden en een vergelijkbaar functieprofiel;
2. voor personeelsleden uit de diensten van de Vlaamse overheid: een graad van hetzelfde niveau en van dezelfde rang waaraan vergelijkbare salarisschalen verbonden zijn en met vergelijkbare voorwaarden en een vergelijkbaar functieprofiel.

Met dezelfde functionele loopbaan en salarisschalen in punt 1°, worden gelijkgesteld:

1. de functionele loopbaan en salarisschalen A1a-A1b-A2a en A1a-A2a-A3a voor de basisgraad van niveau A;
2. de functionele loopbaan en salarisschalen A6a-A6b-A7a en A6a-A7a-A7b voor de specifieke basisgraad van niveau A.

Daarnaast moeten de kandidaten:

1. voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden;
2. voldoen aan de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
3. voldoen aan een vereiste inzake specifieke ervaring in een gelijkwaardige graad;
4. een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;
5. zo nodig, beschikken over het vereiste diploma.

De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen.

§13 ‘Titel 7. Het salaris’ - ‘Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen’, meer bepaald artikel 128.§1 wordt als volgt gewijzigd:

§1. Aan de volgende graden worden de salarisschalen en de functionele loopbanen, vermeld in artikel 67 tot en met 71, verbonden die overeenkomen met de ernaast vermelde lettercijfercode:

1° niveau E:

graad	rang	schalen
a)1 basisgraad	Ev	E1-E2-E3

2° niveau D:

graad	rang	schalen
a) 1 administratieve of technische basisgraad	Dv	D1-D2-D3

3° niveau C:

graad	rang	schalen
a) administratieve of technische basisgraad	Cv	C1-C2-C3
b) basisgraad van zorgkundige in de ouderenzorg met diploma secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs	Cv	C1-C2
c) basisgraad van gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegkundige	Cv	C3-C4

4° niveau B:

graad	rang	schalen
a) basisgraad	Bv	B1-B2-B3
b) basisgraad van verpleegkundige en paramedicus	Bv	BV1-BV2-BV3
c) hogere graad	Bx	B4-B5
d) hogere graad van hoofdverpleegkundige	Bx	BV5

5° niveau A:

graad	rang	schalen
1 basisgraad	Av	A1a-A1b-A2a

§14 ‘Titel 9. Verloven en afwezigheden’ - ‘Hoofdstuk 9. Het Omstandigheidsverlof’, meer bepaald artikel 220. wordt als volgt gewijzigd:

Statutaire en contractuele personeelsleden hebben recht op omstandigheidsverlof naar aanleiding van onderstaande gebeurtenissen:

1)     huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten:	4 werkdagen Gestaafd door een uittreksel uit de huwelijksakte of een kopie van de verklaring van wettelijke samenwoning
2)     bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer:	15 werkdagen (4 werkdagen betaald door het bestuur voor contractueel personeel, 11 dagen ten laste van de mutualiteit) – op te nemen binnen een periode van 4 maanden na de bevalling. Gestaafd door een uittreksel uit de geboorteakte van het kind, waaruit blijkt dat de afstamming van de vader ten aanzien van het kind vaststaat.
3)     Overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, van een kind van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner, of van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden:	Vanaf 25/07/2021: 10 werkdagen, waarvan 3 dagen die vallen in de periode vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis en 7 dagen te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan worden afgeweken van de dag(en) van opname op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever. Gestaafd door een uittreksel uit de overlijdensakte of een overlijdensbericht.
Overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon of schoondochter van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner:	Vanaf 25/07/2021: 4 werkdagen waarvan 3 dagen vallen in de periode vanaf  de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Er kan worden afgeweken van de dag(en) van opname op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever. Gestaafd door een uittreksel uit de overlijdensakte of een overlijdensbericht.
Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden:	Vanaf 25/07/2021: 4 werkdagen waarvan 3 dagen vallen in de periode vanaf  de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Er kan worden afgeweken van de dag(en) van opname op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever. Gestaafd door een uittreksel uit de overlijdensakte of een overlijdensbericht.
Overlijden van een pleegkind in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden:	Vanaf 25/07/2021: 4 werkdagen waarvan 3 dagen vallen in de periode vanaf  de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Er kan worden afgeweken van de dag(en) van opname op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever. Gestaafd door een uittreksel uit de overlijdensakte of een overlijdensbericht.
4)     Huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner:	2 werkdagen Gestaafd door een uittreksel uit de huwelijksakte.
5)     Overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner:	Vanaf 25/07/2021: 2 werkdagen die vallen in de periode vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis Er kan worden afgeweken van de dag(en) van opname op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever. Gestaafd door een uittreksel uit de overlijdensakte of een overlijdensbericht.
6)     Overlijden van een bloed-of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner:	Vanaf 25/07/2021: 1 werkdag die valt op de dag van de begrafenis. Er kan worden afgeweken van de dag van opname op vraag van de werknemer en mits akkoord van de werkgever. Gestaafd door een uittreksel uit de overlijdensakte.
7)     Huwelijk van een bloed- of aanverwant: a. in de eerste graad, die geen kind is: b. in de tweede graad, van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner:	De dag van het huwelijk – indien deze op een rustdag of inactiviteitsdag valt, kan hij niet worden gecompenseerd. Gestaafd door een uittreksel uit de huwelijksakte.
8)     Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer:	De dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst. Gestaafd door een bewijs vanwege de kerkelijke overheid.
9)     a. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner: b. Deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd: c. deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie:	De dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag.   Gestaafd door een bewijs: -        vanwege de erkende eredienst -        vanwege de lokale organisator, zijnde de leerkracht niet-confessionele zedenleer en/of het organiserend comité (feest van de vrijzinnige jeugd)
10)  Gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige:	De nodige tijd, maximaal één dag. Gestaafd door een kopie van de oproep of dagvaarding.
11)  Deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de rechtbank:	De nodige tijd. Gestaafd door een kopie van de oproep of dagvaarding.

§15 In ‘Titel 9. Verloven en afwezigheden’ - ‘Hoofdstuk 11. Dienstvrijstellingen’ – ‘Afdeling 3 – Dienstvrijstelling, gericht op staatburgerlijke verplichtingen’, meer bepaald artikel 254 wordt §2 geschrapt:

§1 Het personeelslid dat als voorzitter, bijzitter of secretaris van een stembureau, een stemopnemingsbureau, of een hoofdstembureau optreedt bij de verkiezingen, heeft recht op dienstvrijstelling op voorlegging van zijn oproeping :

1° de dag van de verkiezingen, als hij dan moest werken;

2° als lid van een hoofdstembureau: de nodige tijd om de bij de kieswetgeving voorgeschreven vergaderingen van de hoofdbureaus bij te wonen.

§2 De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de personeelsleden behorend tot de volgende beleidsitems:

09530 (Woonzorgcentrum Ter Linde)

09520 (Serviceflats Residentie Zevekote)

09521 (Serviceflats Ter Linde)

09531 (dagverzorgingscentrum Ter Linde)

09480 (dienstenchequebedrijf)

§16 ‘Titel 10. ‘Slotbepalingen’ - ‘Hoofdstuk 2. Overgangsbepalingen’ – ‘Afdeling 2. Diverse lopende procedures en regelingen’, meer bepaald artikel 270. wordt geschrapt: 

Aanwervingsprocedures, die opgestart zijn voor de datum van de inwerkingtreding van deze rechtspositieregeling, worden afgewerkt in overeenstemming met de regels die van toepassing waren op het ogenblik dat ze werden opgestart.

§17 In ‘Bijlage 2: Aanvullende aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden’ wordt de benaming ‘Graad: Verzorgende (C1-C2)’ gewijzigd naar ‘Graad: Zorgkundige (C1-C2)’

§18 De wijzigingen aan de rechtspositieregeling hebben ingang vanaf heden.