Gevraagd wordt om artikel 9 "tarief van de belasting" van het leegstandsreglement en gemeentelijke belasting op de leegstand van gebouwen en woningen, zoals laatst aangepast bij beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2019 aan te passen.
Beslissing: goedgekeurd met 13 ja-stemmen (CD&V-fractie, fractie Allen 8830), 8 onthoudingen (fractie Groep 21)
Gelet op artikel 170 §4 van de Grondwet;
Gelet op artikel 41, 2e alinea, 14° van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Gelet op het reglement betreffende de registratie van leegstaande gebouwen en woningen;
Overwegende dat het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid o.a. houdende subsidiëring van intergemeentelijk projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, dat gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen op te nemen in een register conform artikel 2.2.6. van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het Grond- en pandenbeleid;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 23 oktober 2007 waarin deze besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid ‘Woondienst Regio Roeselare’ en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister inbegrepen is door het IGS van Woondienst Regio Roeselare goed te keuren;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 waarbij het aangepast leegstandsreglement en de gemeentelijke heffing op de leegstand van gebouwen en woningen werd goedgekeurd;
Overwegende dat het wenselijk is om de tarieven van de leegstandsbelasting aan te passen om zo te nog meer te activeren dat woningen niet blijven leegstaan;
Overwegende dat de bepaling "elke overige woongelegenheid" kan weggelaten worden indien "volledig gebouw of woonhuis" wordt vervangen door "woonentiteit";
met 13 ja-stemmen (CD&V-fractie, fractie Allen 8830), 8 onthoudingen (fractie Groep 21)
Artikel 1: Het leegstandsreglement en gemeentelijke belasting op de leegstand van gebouwen en woningen, zoals laatst aangepast bij beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2019, wordt in artikel 9 "tarief van de belasting" aangepast als volgt:
Artikel 9 Tarief van de belasting
§ 1. De belasting bedraagt:
Indien het gebouw of de woning een eerste termijn van twaalf opeenvolgende maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
- 1500,00 euro voor een woonentiteit
- 750,00 euro voor elk individuele kamer of studentenkamer
Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
- 2500,00 euro voor een woonentiteit
- 1250,00 euro voor individuele kamer of studentenkamer
Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
- 3500,00 euro voor een woonentiteit
- 1750,00 euro voor individuele kamer of studentenkamer
Indien het gebouw of de woning een vierde of langer opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
- 4500,00 euro voor een volledig gebouw of woonhuis woonentiteit
- 2250,00 euro voor individuele kamer of studentenkamer
§ 2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt, vanaf de datum van de 1ste verjaardag.
§ 3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling - wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting – opnieuw in rekening kan worden gebracht. Zodoende dient in het geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele leegstandstermijn te worden toegepast.
§ 4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat, wordt tot nul herleid en begint opnieuw te lopen bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Dit geldt niet voor overdrachten aan :
a. vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert.
b. Vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is.
Art. 2: De wijzigingen aan het reglement treden in werking vanaf het aanslagjaar 2023.